Sinds de keuze van de Britten om de Europese Unie te verlaten blijft de Nederlandse exportgroei naar het Verenigd Koninkrijk sterk achter bij die naar andere landen.
Vooral de waardedaling van het Britse pond zorgt al voor pijn bij exporteurs. Dat concludeert het Economische Bureau van ING in een nieuw rapport.
ING rekende voor dat de waardedaling van het pond de export naar het Verenigd Koninkrijk vorig jaar met 11 miljard euro drukte. Dit zet afzetprijzen van exporteurs in onder meer de landbouw, industrie en groothandel onder druk. Ook voor toeleveranciers aan de auto-industrie zijn marktomstandigheden uitdagender, omdat Britse autoverkopen dalen.
In de dienstensector is het beeld volgens ING gemengd. Zo stagneert de groei van het Britse toerisme in Nederland, maar neemt de uitvoer van zakelijke adviesdiensten toe.
Sinds 2016, het moment dat de Britten voor de Brexit stemden, groeide de export naar het Verenigd Koninkrijk met 6 procent, aldus ING. Daarmee blijft de toename ver achter bij die naar andere Europese landen. Hier was volgens ING sprake van 17 procent groei.
Onzekerheid rond Brexit
De Brexit-datum van 29 maart nadert snel, maar nog altijd is onduidelijk wat er precies gaat gebeuren.
Het Britse parlement stemde vorige week voor uitstel van de Brexit-deadline, maar daar moeten de andere EU-landen wel mee akkoord gaan. Op donderdag vindt een EU-top plaats in Brussel waar ook over de Brexit wordt gesproken.
Het Britse parlement stemt mogelijk uiterlijk dinsdag voor de derde keer over de Brexitdeal van premier Theresa May. Als die overeenkomst opnieuw wordt weggestemd, is de vraag hoelang de Britten uitstel zouden kunnen krijgen en waarvoor precies.
De EU wil niet dat een kortstondig uitstel van de Brexit verstorend werkt bij de Europese verkiezingen van dit voorjaar. Tegelijk dreigt nog altijd de chaotische no deal-Brexit, als de Britten geen uitstel krijgen op 29 maart.